OR & medezeggenschap

Inleiding

Vanaf het voorjaar 2020 is Nederland in de ban van COVID-19. De nationale en wereldwijde maatregelen om het COVID-19-virus in te dammen hadden direct een groot effect op de economie. Enerzijds zagen ondernemingen hun omzet (deels) in het niet verdwijnen, anderzijds waren er ondernemingen die innovatief, creatief of op volle kracht aan de slag moesten en ook gingen.








Er waren en er zullen waarschijnlijk nog geruime tijd wisselende beperkende maatregelen van kracht zijn. De onzekerheid blijft dus groot en voor veel organisaties hebben de overheidsmaatregelen en adviezen van het RIVM (grote) gevolgen voor de korte en/of langere termijn. Dit vraagt veel van de ondernemingsraad (or) en de bestuurder.

Voor de leesbaarheid gebruiken we hierna alleen de term or. Uiteraard kan hiervoor in de plaats ook ‘personeelsvertegenwoordiging`(pvt) worden gelezen. Daar waar de positie van de pvt afwijkt van die van de or wordt dat aangegeven.


Bestuur, werknemers en or hebben nu een gemeenschappelijk belang: deze crisis zo goed mogelijk doorstaan. Daarbij worden de bestuurder en de or met (deels) nieuwe problemen geconfronteerd en is het nodig snel te schakelen. Dat vraagt continu om overleg, ook over ingewikkelde en pijnlijke onderwerpen. Daarnaast vraagt het om samenwerking, ook als de relatie tussen or en bestuurder voor de crisis niet optimaal was. 


Deze handreiking van de SER-commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) gaat in op de vraag welke rol het overleg in deze crisistijd speelt. Het gaat dan over het overleg tussen or en bestuurder, maar ook over het contact van de or met vakbonden en collega’s. 


Wat mag, moet, kan én wat niet? Zo kan de speelruimte voor or en bestuurder bijvoorbeeld beperkter zijn door maatregelen van de overheid en door het primaat van de cao. Tegelijkertijd kunnen ze kansen benutten om tijdig met elkaar in overleg te treden over belangrijke onderwerpen, ook als die (nog) niet advies- of instemmingsplichtig zijn. 


Daarnaast ligt de focus in deze handreiking op niet-reguliere vraagstukken, die zich vooral in crisistijd voordoen. De handreiking bespreekt onder meer onderwerpen als de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW), veilig en gezond (thuis)werken met inachtneming van ieders privacy, wijziging van arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en faillissement. Tot slot gaat de handreiking in op de gevolgen voor het or-werk.  


In de handreiking zijn enkele tips voor or en/of bestuurder opgenomen. Veel van die tips zijn ook van toepassing als er geen sprake is van een pandemie, maar gelden nu eens te meer. 

TIP: Als u wilt, kunt u al vanaf tien medewerkers een personeelsvertegenwoordiging (pvt) instellen om het overleg met uw medewerkers te stroomlijnen.