HR-beleid

Personeelssamenstelling SER-secretariaat


Kengetallen

Het aantal begrote formatieplaatsen bedroeg in 2020 126,7 fte’s, dit is exclusief Stichting van de Arbeid (de Stichting heeft haar eigen begroting).


Tabel - Formatieontwikkeling 2018 – 2020 in fte’s

Er traden in 2020 26 medewerkers in dienst. Vanwege de grote instroom van nieuwe medewerkers werd in april een online introductiebijeenkomst gehouden om hen vertrouwd te maken met de gang van zaken binnen het secretariaat. In deze bijeenkomst konden de nieuwe collega’s elkaar leren kennen en werd een en ander verteld over de SER, de stafafdelingen, het Facilitair Bedrijf en het werk van de ondernemingsraad. Op deze manier worden de medewerkers ‘meegenomen’ in werkwijzen binnen het SER-secretariaat.


Er vertrokken in 2020 17 medewerkers om de volgende redenen:

  • einde tijdelijk dienstverband (3);
  • langdurige arbeidsongeschiktheid (1);
  • andere baan (9);
  • pensionering (4).


Per saldo steeg het aantal medewerkers van 126 naar 142 per 31 december 2020, mede door het onderbrengen van de medewerkers van het project Diversiteit in Bedrijf (8) bij de SER, die formeel al in dienst waren bij de SER, maar voorheen vielen onder de Stichting van de Arbeid. Onder de medewerkers zijn 55 mannen (38,7%) en 87 vrouwen (61,3%).


De gemiddelde leeftijd bedroeg eind 2020 47 jaar. Bij de mannen bedroeg de gemiddelde leeftijd 49 jaar, bij de vrouwen 45 jaar.


De duur van het dienstverband bedroeg eind 2020 gemiddeld 9 jaar: bij de mannen 11,42 jaar en bij de vrouwen 7,33 jaar.


De gemiddelde leeftijd en de duur van het dienstverband zijn gedaald, waarmee de dalende tendens van de laatste jaren, die in 2019 even onderbroken werd, verder wordt voortgezet.


In vergelijking met 2019 is het percentage fulltimers onder mannelijke medewerkers in 2020 afgenomen. Tegelijkertijd is het percentage vrouwen dat werkt op basis van een grote deeltijdbaan toegenomen. De traditionele verschillen tussen mannen en vrouwen in fulltime en parttime werken worden daarmee kleiner.

In 2009 ondertekende de SER het ‘Charter Talent naar de Top’. Dit charter beoogt om meer vrouwelijk talent door te laten stromen naar de hogere managementfuncties. Het aantal vrouwen in de hoogste leidinggevende functies nam in 2020 toe van 37,5 procent tot 62,5 procent. In het Charter is een streefcijfer vastgelegd van 50 procent. Het percentage vrouwen in de subtop      steeg naar 66,7 procent. Het streefcijfer voor deze groep is 50 procent.

Overigens leidt het vertrek of de komst van één leidinggevende bij kleine aantallen als bij de SER al snel tot grote procentuele veranderingen.


Werkervaringsplaatsen

De SER vindt het belangrijk om mensen met achterstand op de arbeidsmarkt kansen te bieden en spant zich hiervoor in door middel van het beschikbaar stellen van zogeheten werkervarings­­­plaatsen. Dit is een bovenformatieve arbeidsplaats voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld iemand uit het doelgroepregister, met als doel het op basis van een arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd) opdoen en/of in stand houden van relevante werkervaring. In 2020 zijn 11 mensen werkzaam geweest op basis van een werkervaringsplaats.


Stageplaatsen

Ook het beschikbaar stellen van stageplaatsen rekent de SER tot zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. In 2020 vonden vijftien studenten voor korte of langere tijd een stageplaats bij de SER, waarvan er twee al in 2019 hun stage waren begonnen. Van deze zestien volgden vier studenten een mbo-opleiding, drie een hbo-opleiding en acht een universitaire opleiding.


Opleiding, loopbaan- en persoonlijke ontwikkeling

​​​​​​​

(Loopbaan)ontwikkeling kan op veel manieren bevorderd worden. Leren gebeurt in de eerste plaats in het werk, door te ‘doen’. Dat kan ondersteund worden door het volgen van een cursus of opleiding. Hiervoor wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld, wat in 2020 € 145.000 bedroeg. Daarvan is € 112.000 benut, een stuk minder dan in voorgaande jaren. Door de Coronamaatregelen die in maart 2020 werden ingevoerd zijn veel geplande trainingen en opleidingen afgelast of uitgesteld. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van gevolgde opleidingen en trainingen. Deels ter informatie, deels ook om medewerkers op ideeën te brengen van de mogelijkheden.


Jaarlijks wordt de voortgang van de functionerings- en beoordelingsgesprekken geëvalueerd. In het najaar van 2020 is dit opnieuw gebeurd. Uit de evaluatie is gebleken dat in de voorliggende periode van 12 maanden met 70 procent van de medewerkers een functionerings- en/of beoordelingsgesprek is gevoerd, medewerkers die langdurig ziek zijn of nog erg kort in dienst zijn niet meegerekend. Van 46 procent van de medewerkers is een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) ontvangen. Dit percentage is lager dan dat van de functionerings- en beoordelingsgesprekken omdat POP’s vaak achteraf worden ingevuld en naar de afdeling HR worden gestuurd. Zoals gebruikelijk is deze evaluatie op managementniveau besproken. Ook zijn er vanuit HR aanbevelingen opgesteld om de verschillende gesprekken verder te professionaliseren, het aantal gevoerde gesprekken te verhogen en handen en voeten te geven aan het POP.


Naast de hiervoor genoemde gesprekken wordt één keer in de twee jaar met de medewerkers een loopbaangesprek gevoerd. Dit traject is al een aantal jaar geleden ingezet. De SER is een organisatie met gerichte aandacht voor een ieders inzetbaarheid, nu en in de toekomst. Een organisatie waarin het gewoon en vanzelfsprekend is om te praten over die inzetbaarheid. Zowel vanuit het perspectief van de medewerker als vanuit het werk.


Gezondheid en Arbeidsomstandigheden


Beleid en activiteiten

De SER wil een vitale organisatie zijn waar medewerkers op een prettige en gezonde manier werken en besteedt op verschillende manieren aandacht aan goede arbeidsomstandigheden.


Jaarlijks komt het arbeidsomstandighedenbeleid aan de orde in de Arbowerkgroep. Deze werkgroep komt twee keer per jaar bijeen en bestaat uit vertegenwoordigers van de ondernemingsraad, de afdeling HR, de preventiemedewerker en de veiligheidsfunctionaris. De Arbowerkgroep stelt jaarlijks een Plan van Aanpak op met aandachtspunten op het terrein van gezondheid en arbeidsomstandigheden.


In september 2020 heeft de SER door middel van een ‘belevingsonderzoek thuiswerken’ onder de SER-medewerkers onderzoek gedaan naar hoe het thuiswerken door medewerkers ervaren werd. De uitkomsten van dit onderzoek waren overwegend positief (onder meer een positief effect van thuiswerken op de werk-privé balans en de autonomie in het werk). Ook werden er enkele risico’s van thuiswerken genoemd (minder sociaal contact, minder gevoel van verbondenheid met de SER, fysieke en mentale gezondheid).


De SER heeft verschillende maatregelen genomen om deze risico’s te beperken, zoals het aanbieden van training (mindfulness, individuele coaching, persoonlijke effectiviteit in werken, de wandelapp ‘Ommetje’, MS Teams), het in bruikleen geven van bureaustoelen, een persoonlijk budget voor thuiswerkvoorzieningen, het organiseren van SER-brede informele online activiteiten, het per afdeling ter beschikking stellen van een budget voor online activiteiten, tegemoetkoming in extra kosten voor de kinderopvang en het bieden van maatwerk in situaties waar dat nodig is.



Ziekteverzuim


Het ziekteverzuim bedroeg in 2020 3,07 procent, 0,4 procentpunt lager dan in 2019.

Iets meer dan 60% van het verzuim bestond in 2020 uit langdurig verzuim (6 weken of langer). Helaas waren in 2020 enkele collega’s langdurig ziek.


Er is een Sociaal-Medisch Team (SMT) waarin afstemming plaatsvindt tussen de bedrijfsarts, de bedrijfsmaatschappelijk werker, HR en de desbetreffende leidinggevende over (gedeeltelijke) re-integratie van de medewerker. Er was tijdens het verslagjaar echter geen directe aanleiding om het SMT bijeen te roepen. De afstemming tussen de leden van het SMT over de verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke medewerkers vond bilateraal plaats, waarbij de HR afdeling de sturende en coördinerende rol vervulde.


Bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW)

Medewerkers hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van de (externe) bedrijfsmaat­­schappelijk werker. Zij kunnen rechtstreeks een beroep op haar doen en een afspraak met haar maken. Het BMW biedt ondersteuning bij problemen in de werk- en privésituatie. De bedrijfsmaatschappelijk werker brengt een eigen jaarverslag uit.


Bedrijfshulpverlening


In 2020 is de Stichting Lezen en Schrijven aangesloten bij de bedrijfshulpverlening van de SER, de StAB en de SWOV. Het BHV-team bestond in het verslagjaar uit 26 medewerkers. Zij hebben in het afgelopen jaar deelgenomen aan enkele herhalingslessen. Alle diploma’s hebben hun geldigheid behouden.


Omdat het kantoorgebouw in 2020 voor een lange periode gesloten is geweest zijn de controlerondes volgens de NEN-norm 2654 minder frequent verricht. Tijdens deze controles werden alle zaken die betrekking hebben op brandveiligheid geïnspecteerd en waar nodig getest. De controlerondes werden uitgevoerd door een van de kaderleden vergezeld van een BHV’er. De brandblussers en brandslangen werd (door onze leverancier) gecontroleerd.


Er zijn in het verslagjaar geen ongevallen gemeld.

De subtop bestaat uit de plaatsvervangend directeuren en de teamleiders van het Facilitair Bedrijf, de afdeling Communicatie en de programmadirectie Internationaal MVO.