Hoofdstuk 1
Inleiding en informatie wet
Vanaf 1 januari 2022 geldt de wet ingroeiquotum en streefcijfers. Deze wet verplicht grote vennootschappen om zelf ambitieuze en passende streefcijfers op te stellen voor een evenwichtige man-vrouwverhouding in de raad van bestuur, raad van commissarissen en de subtop. Ook moeten zij jaarlijks rapporteren over de voortgang. Op deze pagina lees je wat de wet inhoudt, voor wie deze geldt en wat er van je wordt verwacht.
1.1 Informatie wet
Wet Ingroeiquotum en streefcijfers: wat houdt de maatregel in? Bekijk de video voor meer uitleg!
Wat houdt de wet ingroeiquotum en streefcijfers in?
Voor grote bedrijven in Nederland geldt sinds 1 januari 2022 een nieuwe wet die als doel heeft om de verhouding tussen vrouwen en mannen in de top en subtop evenwichtiger te maken.
De wet bestaat uit een ingroeiquotum voor de ongeveer 100 beursgenoteerde bedrijven in Nederland. Daarnaast bevat de wet een streefcijferregeling en transparantieverplichting voor de ruim 5500 ‘grote’ vennootschappen in Nederland. Grote vennootschappen rapporteren in het SER Diversiteitsportaal over de man-vrouwverhouding in het bestuur, de raad van commissarissen (rvc) en de subtop. Ook geven zij inzage in welke streefcijfers en bijbehorende plannen van aanpak ze hebben opgesteld om een evenwichtigere man-vrouwverhouding in de (sub)top te realiseren. Bedrijven en de SER komen zo samen in actie om werk te maken van diversiteit in de top.
Meer info over het ingroeiquotum
In de wet is een ingroeiquotum van ten minste een derde vrouw en een derde man voor de rvc van beursvennootschappen opgenomen. Het ingroeiquotum voor de rvc geldt voor naamloze vennootschappen met een beursnotering en statutaire zetel in Nederland.
Het quotum geldt voor nieuwe benoemingen en wordt daarom ook wel het ingroeiquotum genoemd. Bij een benoeming van een nieuwe commissaris, moet rekening gehouden worden met de evenwichtigheid van de m/v-verhouding in de raad. Als de rvc niet evenwichtig is samengesteld, dat wil zeggen: niet ten minste voor een derde uit vrouwen en voor een derde uit mannen bestaat, dan zal een nieuwe benoeming moeten bijdragen aan dat evenwicht. De algemene vergadering, de ondernemingsraad en de rvc zijn dan verplicht om bij het doen van aanbevelingen en voordrachten rekening te houden met het diversiteitsquotum.
Het ingroeiquotum geldt uiteraard alleen als de rvc uit meer dan één natuurlijk persoon bestaat. Voor vennootschappen met een one-tier board geldt het quotum voor alle niet-uitvoerende bestuurders.
Een nieuwe benoeming in de rvc die niet bijdraagt aan een evenwichtiger m/v-verhouding is nietig. De zetel van de commissaris in de rvc blijft leeg totdat een nieuwe benoeming wordt gedaan die wel bijdraagt aan een beter evenwicht. Deze sanctie, de nietigheid van de benoeming, heeft echter geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming waaraan bestuurders met een nietige benoeming hebben bijgedragen.
In het geval van een herbenoeming die plaatsvindt binnen acht jaar na het jaar van eerste benoeming van de betreffende commissaris, hoeft een bedrijf geen rekening te houden met het ingroeiquotum. Ook bij een benoeming die plaatsvindt onder uitzonderlijke omstandigheden, hoeft men geen rekening te houden met het quotum. Deze uitzonderlijke benoeming mag echter ten hoogste twee jaar duren.
Meer info over streefcijfers & plannen van aanpak
Grote naamloze en besloten vennootschappen (nv’s en bv’s) worden verplicht zelf passende en ambitieuze streefcijfers te formuleren voor de m/v-verhouding in het bestuur, de rvc en de subtop. In Nederland zijn er zo’n 5.500 grote vennootschappen die volgens de groottecriteria van het jaarrekeningrecht onder deze categorie vallen. Bekijk ook de groottecriteria.
‘Passend’ wil zeggen dat het streefcijfer afhangt van de omvang van het bestuur, de rvc en de subtop en van de bestaande genderverhouding in de bedrijfstop. ‘Ambitieus’ betekent dat het streefcijfer is gericht op een evenwichtiger samenstelling dan in de bestaande situatie. Bij een bestuur of rvc zonder vrouw of man moet een bedrijf streven naar de benoeming van ten minste één vrouw of man. Het streefcijfer mag dus niet nul zijn. Na het bereiken van een streefcijfer moet de vennootschap opnieuw bezien welk streefcijfer passend en ambitieus is als er mogelijkheid is voor een nog evenwichtiger verhouding.
Aantal bestuursleden | Aantal commissarissen | Streefcijfer |
---|---|---|
1 | 1 | Bestuur en rvc gezamenlijk: één vrouw en één man |
1 | 2 | Bestuur: geen streefcijfer mogelijk rvc: streven naar één vrouw en één man |
2 | 1 | Bestuur: streven naar één vrouw en één man rvc: geen streefcijfer mogelijk |
2 | 2 | Bestuur: streven naar één vrouw en één man rvc: streven naar één vrouw en één man |
2 | 3 | Bestuur: streven naar één vrouw en één man rvc: streven naar één vrouw en één man |
Let op: Voor one-tier boards (monistisch bestuursmodel) is de berekeningstabel van toepassing op de uitvoerende bestuursleden (‘bestuurders’) en de niet-uitvoerende bestuursleden (‘commissarissen’).
De wet definieert de subtop als: ‘nader door de vennootschap te bepalen categorieën werknemers in leidinggevende functies’. Bedrijven mogen zelf bepalen over welke leidinggevende functies het in hun bedrijf gaat. Voor sommige bedrijven zal dit de eerste laag direct onder het bestuur zijn, voor andere de eerste twee lagen.
Bedrijven moeten ook een plan van aanpak maken waarin staat hoe ze de streefcijfers die ze voor zichzelf hebben opgesteld, willen realiseren. Zulke plannen kunnen bijvoorbeeld inhouden dat bedrijven een profielschets opstellen of wijzigen voor het bestuur of de rvc, de inrichting van het wervings- en selectieproces herzien of doelstellingen formuleren voor de m/v-verhouding op de long- en shortlist. Bedrijven rapporteren dit plan van aanpak bij het SER Diversiteitsportaal (zie punt 3).
Als bedrijven hun streefcijfer in het gestelde streefjaar niet behalen, hebben ze een verantwoordingsverplichting. Ze rapporteren dan dat ze het streefcijfer niet hebben behaald en de redenen waarom. Die informatie wordt, samen met gegevens over de stand van zaken, streefcijfers en plan van aanpak, publiek toegankelijk in het SER Diversiteitsportaal (zie punt 3).
Als bedrijven hun streefcijfer in het gestelde streefjaar niet behalen, hebben ze een verantwoordingsverplichting. Ze rapporteren dan dat ze het streefcijfer niet hebben behaald en de redenen waarom. Die informatie wordt, samen met gegevens over de stand van zaken, streefcijfers en plan van aanpak, publiek toegankelijk in het SER Diversiteitsportaal (zie punt 3).
Meer informatie over rapportageplicht en transparantie
Jaarlijks en binnen tien maanden na afloop van het voorgaande boekjaar moeten alle grote vennootschappen en grote beursvennootschappen volgens een vast format aan de SER rapporteren over:
- Het aantal mannen en vrouwen dat aan het eind van het boekjaar deel uitmaakt van het bestuur, de rvc en de subtop;
- De doelen in de vorm van streefcijfers;
- Het plan van aanpak om deze doelen te bereiken;
- De redenen voor het eventueel niet behalen van één of meer doelen.
De rapportageverplichting geldt voor boekjaren die zijn begonnen na 1 januari 2022, het jaar waarin de wet in werking is getreden. De vennootschap rapporteert over veranderingen die in dat boekjaar hebben plaatsgevonden en beleidsinitiatieven die zijn gepland. Dit betekent dat grote vennootschappen voor het eerst in 2023 moeten rapporteren over het boekjaar 2022.
Bedrijven leveren hun gegevens aan bij het SER Diversiteitsportaal. De SER maakt de gerapporteerde gegevens transparant, zodat de stand van zaken en de voortgang rond diversiteit in de Nederlandse bedrijfstop zichtbaar wordt. Het SER Diversiteitsportaal publiceert deze informatie jaarlijks in de dataverkenner. Zo kan een breed publiek zien hoeveel voortgang bedrijven boeken op het gebied van diversiteit. Door de diversiteitsaanpak van bedrijven zichtbaar te maken, kunnen bedrijven en sectoren bovendien van elkaar leren.
Het Besluit inhoud bestuursverslag (hierna: Besluit) is aangepast met het oog op de rapportageverplichting. Hiervoor is in juli 2022 een Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) aangenomen. Het Besluit bevatte al een verplichting voor grote beursvennootschappen om te rapporteren over hun diversiteitsbeleid. Deze AMvB (Staatsblad 2022 182) heeft daaraan toegevoegd dat alle grote vennootschappen in hun bestuursverslag moeten rapporteren over de feitelijke stand van zaken per boekjaar, de streefcijfers die zij hebben geformuleerd, de voortgang in het behalen van deze streefcijfers, de plannen om deze te bereiken en de mate waarin de doelen zijn bereikt. Deze informatie komt overeen met de informatie die vennootschappen moeten rapporteren aan het SER Diversiteitsportaal.
1.2 Voor welke bedrijven?
De wet is ingegaan op 1 januari 2022 en geldt voor beursgenoteerde bedrijven en grote vennootschappen in Nederland. Vennootschappen die zowel beursgenoteerd als groot zijn, zullen aan meerdere wetsregelingen moeten voldoen.
De wet bestaat uit twee delen, een ingroeiquotum en een streefcijfer- en rapportageregeling. Zie hieronder welke deel van de wet voor welke bedrijven geldt.
Wetsregeling | Voor welke bedrijven? | Voor wie/welke lagen? |
---|---|---|
Ingroeiquotum | Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen | Voor de rvc (of in het geval van ‘one-tier board’ de niet-uitvoerende bestuurders) |
Streefcijfers en plannen van aanpak | Grote beursgenoteerde vennootschappen | Voor bestuur (of in geval van ‘one-tier board’ de uitvoerende bestuurders) en subtop |
Grote niet-beursgenoteerde vennootschappen | Voor bestuur, rvc (of in geval van ‘one-tier board’ de niet-uitvoerende bestuurders) en subtop | |
Rapportage- en transparantieplicht | Alle grote vennootschappen, beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd. | Voor bestuur, rvc (of in geval van ‘one-tier board’ de niet-uitvoerende bestuurders) en subtop |
Als het bedrijf een beursgenoteerde vennootschap met een statutaire zetel in Nederland is, is het ingroeiquotum van toepassing voor de vennootschap (bv en nv).
‘Grote vennootschap’
Onder het streefcijfer- en transparantiegedeelte van de wet vallen alle naamloze en besloten vennootschappen die volgens het jaarrekeningenrecht een grote rechtspersoon zijn. Dit is het geval als een vennootschap op twee opeenvolgende balansdata voldoet aan ten minste twee van deze drie criteria:
- De waarde van de activa bedraagt meer dan € 25 miljoen.
- De netto-omzet is meer dan € 50 miljoen.
- Het gemiddeld aantal werknemers is 250 of meer.
Een deel van de beursgenoteerde bedrijven behoort ook tot de groep ‘grote’ vennootschappen. Zij moeten ook streefcijfers opstellen voor het bestuur en de subtop. Grote beursvennootschappen stellen alleen streefcijfers op voor het bestuur en de subtop; voor de rvc geldt het ingroeiquotum.
Disclaimer
De SER en aan deze website gelieerde personen kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze site. Deze uitleg van de wet is met de grootste zorg samengesteld, maar de SER kan geen garanties geven met betrekking tot de volledigheid, de actualiteit en de juistheid van de weergegeven informatie. Raadpleeg de bedrijfsjurist of -accountant als je gedetailleerde informatie wilt over de wettelijke bepalingen zoals hierboven omschreven.
