Adviezen
De SER heeft tot taak het kabinet en het parlement te adviseren over de hoofdlijnen van het sociaal-economisch beleid. De SER geeft gevraagd advies, maar ook advies op eigen initiatief. Behalve in adviezen legt de SER zijn bevindingen ook vast in de vorm van een verkenning of signalering. Hieronder treft u een overzicht aan van zaken waaraan de SER in 2018 heeft gewerkt in het kader van zijn adviserende taak, met een korte toelichting. De SER heeft in 2018 ook intensief overleg gevoerd over de toekomst van het pensioenstelsel; dit overleg heeft helaas niet geleid tot een advies.
Toekomst pensioenstelsel
Binnen de SER is ook in 2018 veelvuldig overleg gevoerd over de toekomst van het stelsel van aanvullende pensioenen voor werknemers, in het bijzonder over de invulling van een nieuw contract voor de aanvullende pensioenen en de randvoorwaarden hierbij. In het regeerakkoord van oktober 2017 is afgesproken dat het kabinet bij de hervorming van het pensioenstelsel aansluiting zoekt bij de eerdere rapporten en werkzaamheden van de SER. Zo is bij het overleg binnen de SER voortgebouwd op onder meer de SER-verkenning Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling (mei 2016). Het overleg heeft in 2018 niet geleid tot een advies, mede als gevolg van de niet-unaniem afgeronde besprekingen tussen sociale partners en het kabinet.
SER-adviezen 2020
VERKENNING
16 januari
Volatiliteit Nederlandse economie nader bezien ›
VERKENNING
Volatiliteit Nederlandse economie
nader bezien
In deze verkenning onderzoekt de SER-commissie Sociaal-Economische Aangelegenheden (SEA) in hoeverre Nederland de eerder gesignaleerde volatiliteitsrisico’s beter in de hand heeft. Een eenduidig antwoord valt niet te geven. Het onderzoek levert een wisselend beeld op en er is een grote behoefte aan vervolgonderzoek.
UITGEBRACHT OP: 16 januari – UITGEBRACHT AAN: De ministers van Algemene Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Economische Zaken en Klimaat, Financiën en Infrastructuur en Waterstaat – VOORBEREID DOOR: Commissie Sociaal Economische Aangelegenheden – REACTIE MINISTERS: In afwachting van kabinetsreactie.
Ron Wit
Aanpak wind op zee voorbeeld voor transitie
Hoe komen we tot een succesvolle grootschalige verduurzaming van onze energievoorziening? Ron Wit, directeur Energietransitie en Public Affairs van Eneco, pleit voor het kopiëren van de bewezen succesfactoren van wind-op-zee.
Het succes van kwam bepaald niet ‘aanwaaien’. Ron Wit was bij de totstandkoming van het Energieakkoord onderhandelaar namens Natuur & Milieu. De producenten van windenergie stonden niet in de rij, terwijl de milieuvoordelen evident waren. ‘Windenergie kostte 17 eurocent per kilowattuur, bij een marktprijs van 4 eurocent. Absoluut niet rendabel dus. Daarom voelden belangrijke partijen als VNO-NCW of Economische Zaken er aanvankelijk niets voor. De ngo’s gingen toen in gesprek met alle energiebedrijven. We zeiden: stel nu dat jullie de garantie krijgen dat er elk jaar een bepaalde door jullie opgewekte hoeveelheid megawatt energie aan wind-op-zee wordt geplaatst. Kunnen jullie dan 40 procent kostenreductie garanderen? En durven jullie dat aan? Na even nadenken gaven ze allemaal hun fiat. Daarmee konden we met de minister afspraken maken over een langjarig programma. De overheid beloofde 3.500 megawatt aan te besteden onder gunstige condities en een elektriciteitsnet op zee aan te leggen, het bedrijfsleven beloofde minimaal 40 procent kostenreductie.
CO2-besparing én banengroei
‘Die wederkerige afspraken waren een belangrijke succesfactor. Ze gaven de zekerheid dat er een pijplijn aan projecten ontstond – een tweede succesfactor. Van Oord durfde daardoor bijvoorbeeld een groter schip te laten bouwen, dat grote en zware palen voor de windturbines op zee kan zetten. Zo bereikten we schaalvergroting.’ Een andere succesfactor was het wenkende perspectief van de dubbeldoelstelling klimaat en economie: ‘Naast CO2-besparing ging het ook om het creëren van banengroei en een nieuwe wind-offshore sector. Dat vooruitzicht zorgde voor steun en enthousiasme bij toeleveranciers en havenbedrijven.’ Wit denkt dat door zes succesfactoren (zie kader) in te zetten schaalvergroting mogelijk is voor groene waterstof en geothermie en dat ook de auto-industrie er zijn voordeel mee kan doen.
Groene waterstof
Wit: ‘Groene waterstof is nu nog niet nodig en te duur. Om voor 2030 kostenreductie te realiseren is een innovatieprogramma met demonstratieprojecten nodig. Bovendien kan de overheid te zijner tijd investeringszekerheid bieden via tenders, subsidies en vergunningen.’
Geothermie
‘Bij geothermie kun je beginnen met een dubbele doelstelling: naast een doel in warmte-opwekking ook een economisch doel formuleren, zoals “geothermie wordt voor huishoudens net zo voordelig als aardgas. We creëren meteen een nieuwe economische sector in Nederland, gespecialiseerd in bodemwarmte”. De overheid wordt regisseur, brengt de bodem in kaart, wijst gebieden aan, verleent vergunningen en zorgt voor het tenderen, inclusief een subsidie – al dan niet in combinatie met een risicofonds voor misboringen.’
Vraaggestuurd
De volgende stap bij wind-op-zee moet volgens Wit uitgaan van de vraag. Nieuwe projecten moet het zonder subsidie redden. ‘Investeerders en financiers hebben daardoor andere zekerheden nodig. Stabiele vraag naar windenergie vanuit de sectoren bouw, industrie en gebouwde omgeving bijvoorbeeld.’ Bij Eneco koppelen we nu wind-op-zee aan de transitie die de industrie maakt van grijze – kolen en gas – naar groene elektriciteit. Zo combineren we de emissiedoelen van de industrie met een gegarandeerde vraag naar deze vorm van duurzame energie.’
Zes succesfactoren
- Wederkerige afspraken. De overheid zegde toe om 3.500 megawatt wind-op-zee aan te besteden en de sector beloofde voor 40 procent kostenreductie te zorgen.
- Formuleer een dubbeldoelstelling: klimaat en economie. Richt je niet alleen op CO2-reductie, maar bied ook het wenkende perspectief van economische voorspoed.
- Een op de sector toegesneden beleidsinstrument geeft langjarige investeringszekerheid.
- Een faciliterende overheid die regie neemt in het risicobeheer en het verlagen van marktrisico’s, en meewerkt aan vergunningen en infrastructuur.
- Een pijplijn aan projecten zorgt voor investeringszekerheid.
- Draagvlak. Kies voor herkenbare en aansprekende programma’s waarmee veel mensen en bedrijven in de samenleving zich kunnen verbinden.
ADVIEs
29 april
Bevorderen van deelname medewerkers aan or ›
ADVIES
Bevorderen van deelname medewerkers aan or
De SER adviseert onder meer om de Wet op de ondernemingsraden (WOR) op enkele punten aan te passen en informeert de minister over aanpassingen in het SER voorbeeldreglement ondernemingsraden en over een nieuwe serie voorlichtingsfilmpjes over or-werk.
VERKENNING
19 juni
Zorg voor de toekomst ›
VERKENNING
Zorg voor de toekomst
Hoe kunnen we meer doen aan preventie in de gezondheidszorg? Hoe houden we zorg betaalbaar en maken we de zorg aantrekkelijker voor zorgprofessionals? Op deze vragen gaat de verkenning Zorg voor de toekomst in waarbij ook is ingegaan op de gevolgen van de coronacrisis.
UITGEBRACHT OP: 19 juni – UITGEBRACHT AAN: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister voor Medische zorg en Sport en de staatssecretaris van Volksgezondheid – VOORBEREID DOOR: Commissie Sociale Zekerheid en Gezondheidszorg – REACTIE MINISTERS: De reactie was positief, de minister van VWS heeft gevraagd om een vervolgadvies over werken in de zorg. De SER werkt op eigen initiatief aan vervolgadviezen voor jeugd- en ouderenzorg.
ADVIES
19 juni
Biomonitoring en sensoring: gezondheid en privacy op de werkvloer centraal ›
ADVIES
Biomonitoring en sensoring: gezondheid en privacy op de werkvloer centraal
Met biomonitoring worden gevaarlijke stoffen uit de werkomgeving in het lichaam gemeten, bijvoorbeeld via bloed of urine. Sensoring wordt buiten het lichaam toegepast. Deze meetinstrumenten kunnen bijdragen aan gezond en veilig werken. Tegelijkertijd kan het positieve effect makkelijk botsen met ethische aspecten en het belang van werknemers bij bescherming van hun privacy.
UITGEBRACHT OP: 19 juni – UITGEBRACHT AAN: Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – VOORBEREID DOOR: Werkgroep Biomonitoring en sensoring en arbeidsomstandigheden – REACTIE: De staatssecretaris reageerde zeer positief.
ADVIES
22 juni
Directe import van buiten de EU ›
ADVIES
Directe import van buiten de EU
Nederlandse consumenten kopen graag en veel producten online en een deel komt van buiten de Europese Unie. Helaas is niet alles wat consumenten van ver halen goed en veilig. Bovendien is er door de lagere prijs en de relatief lage verzendkosten geen gelijk speelveld tussen ondernemers op de Europese markt en ondernemers buiten de Europese Economische Ruimte (EER).
UITGEBRACHT OP: 22 juni – UITGEBRACHT AAN: Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat– VOORBEREID DOOR: Commissie voor Consumentenaangelegenheden van de SER – REACTIE KABINET: Alle aanbevelingen in het advies worden overgenomen door het kabinet.
advies
3 juli
Markt voor persoonlijke dienstverlening in internationaal perspectief: varianten en denkrichtingen ›
advies
Markt voor persoonlijke dienstverlening in internationaal perspectief: varianten en denkrichtingen
De markt voor persoonlijke dienstverlening biedt kansen voor het creëren van nieuwe werkgelegenheid en het benutten van tot nu toe ongebruikt arbeidspotentieel. Tegelijkertijd zijn er risico’s wat betreft de kwaliteit van de werkgelegenheid. De SER voerde een verkenning uit naar de groeiende markt voor persoonlijke dienstverlening. Onderzocht werd hoe de markt voor persoonlijke dienstverlening in de afgelopen jaren is ontwikkeld in Finland, Zweden en Frankrijk en wat we daarvan kunnen leren.
UITGEBRACHT OP: 3 juli – UITGEBRACHT: Op initiatief van de commissie – VOORBEREID DOOR: Ad-hoc commissie Werken en Leven in de Toekomst – REACTIE KABINET: Geen kabinetsreactie.
ADVIES
8 juli
Biomassa in balans ›
ADVIES
Biomassa in balans
Opbouw, ombouw en afbouw vormen de sleutelwoorden van het SER-advies ‘Biomassa in balans. Een duurzaamheidskader voor inzet van biogrondstoffen’. De toekomst van biogrondstoffen ligt bij de hoogwaardige inzet ervan als grondstof voor de chemie en materialen. Dat komt uit gewassen, algen, bomen en planten en dierlijke producten. De technieken hiervoor staan in de kinderschoenen. Opbouw vraagt om een helder, langjarig en consequent overheidsbeleid waar bedrijfsleven en wetenschap op inspeelt.
UITGEBRACHT OP: 8 juli – UITGEBRACHT AAN: Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en minister van Economische Zaken en Klimaat – VOORBEREID DOOR: Commissie DUO en werkgroep Duurzaamheidskader Biomassa – REACTIE: Het kabinet publiceerde in oktober het duurzaamheidskader biogrondstoffen. Het kabinet omarmt het advies van de SER en kiest voor een verantwoorde inzet van biogrondstoffen. Om het duurzaamheidskader in de praktijk te brengen zal het kabinet aanpassingen in beleid en wetgeving voorbereiden.
ADVIES
18 september
Samen naar duurzame ketenimpact Toekomstbestendig beleid voor internationaal MVO ›
ADVIES
Samen naar duurzame ketenimpact Toekomstbestendig beleid voor internationaal MVO
Brede wetgeving op het gebied van internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en samenwerking binnen sectoren versterken elkaar. De combinatie van verplichten door wetgeving en verbinden via samenwerking, leidt tot de meeste impact in de keten om risico’s voor mens en milieu te voorkomen of aan te pakken. Op beide vlakken is hiervoor opschalen naar uiteindelijk Europees niveau nodig en een ambitieuze Nederlandse inzet helpt hierbij.
UITGEBRACHT OP: 18 september – UITGEBRACHT AAN: Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – VOORBEREID DOOR: Commissie internationaal MVO – REACTIE KABINET: Het kabinet ziet de invoering van een brede due diligence verplichting als kernonderdeel van het nieuwe beleid en zal maximaal inzetten op het beïnvloeden van de ontwikkelingen in Europa om te komen tot een Europese brede due diligence verplichting. Het kabinet blijft sectorale samenwerking stimuleren en ziet hierin ook in de toekomst een rol voor de overheid.
VERKENNING
19 oktober
Hoe werkt de platformeconomie? ›
VERKENNING
Hoe werkt de platformeconomie?
Commerciële platforms die vraag en aanbod van werk bij elkaar brengen, zoals Werkspot, Helpling of Clickworker, bieden kansen. Ze vormen een snelle manier om aan werk te komen, ook als dat door opleiding of achtergrond moeilijk is. Meer mensen kunnen dus aan het werk. Ondernemers kunnen meer omzet maken door bijvoorbeeld een bezorgdienst op te zetten en consumenten krijgen meer keuze en gemak.
UITGEBRACHT OP: 19 oktober – UITGEBRACHT AAN: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid– VOORBEREID DOOR: Commissie Platformeconomie en werk – REACTIE MINISTER: Minister Koolmees reageerde zeer positief en onderschrijft veel onderdelen van de verkenning.
ADVIES
16 november
Private scholingsmiddelen ›
ADVIES
Private scholingsmiddelen
Er is grote behoefte aan goede en betrouwbare informatie over zowel publieke als private scholingsmogelijkheden en de financiering daarvan voor werkenden en (nog) niet werkenden. Dit constateert de SER in het advies waarin zij is gevraagd hoe private scholingsmiddelen zichtbaar kunnen worden gemaakt.
UITGEBRACHT OP: 16 november – UITGEBRACHT AAN: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – VOORBEREID DOOR: Commissie Arbeidsmarkt- en Onderwijsvraagstukken – REACTIE KABINET: Aangegeven is dat er geen aparte kabinetsreactie op het advies komt.
adviezen
Grenswaarden gevaarlijke stoffen ›
Adviezen
Grenswaarden gevaarlijke stoffen
De overheid en het bedrijfsleven hanteren grenswaarden voor de beoordeling van de risico’s van stoffen op de werkplek. De grenswaarden scheppen duidelijkheid voor werkgevers en werknemers over wat toelaatbare blootstelling is. In Nederland speelde de SER een belangrijke rol in de totstandkoming van de databank Grenswaarden, waarin voor meer dan 2000 stoffen een (in Nederland geldende) grenswaarde voor de werkplek is vastgelegd. In 2020 zijn adviestrajecten van start gegaan voor 4 stoffen: isocyanaten, arseen en –verbindingen, 1,2 dichloorethaan en acrylamide. Daarnaast zijn in 2020 de werkzaamheden voor het adviseren over een grenswaarde voor sojameelstof, voortgezet. Alle processen hebben een langere doorlooptijd dan normaal. Vanwege de coronacrisis is in alle gevallen een langere reactietermijn aangehouden voor het aanleveren van informatie door de bedrijven.
ADVIES
Consultatief overleg ›
ADVIES
Consultatief overleg
Consultatief overleg is een lichte vorm van advisering van werkgevers- en werknemersorganisaties op commissieniveau. In 2020 was er consultatief overleg gepland over de Europese aanbevelingen aan Nederland en de manier waarop daar gehoor aan wordt gegeven. Ook zou er consultatief overleg plaatsvinden over de Europese beleidsagenda. Het overleg werd vanwege corona geannuleerd.
advies
SER in de regio ›
ADVIES
SER in de regio
Een aantal provincies heeft een eigen SER die op provinciaal niveau advies uitbrengt over sociaal-economische zaken. Er zijn vier provinciale SER-organisaties waarin ondernemers en werknemers zijn vertegenwoordigd. De SER is medefinancier van deze organen, ze maken geen deel uit van de SER. De vier regionale SER’en stelden in 2020 gezamenlijk hun eerste advies op: Brede welvaartsgroei in alle regio’s. Daarin vragen zij de landelijke SER om het streven naar brede welvaartsgroei centraal te stellen in zijn sociaal-economisch advies voor de nieuwe kabinetsperiode. Het advies werd aangeboden aan SER-voorzitter Mariëtte Hamer en benoemt drie speerpunten: structurele inzet op een duurzame economie, een wendbare en inclusieve arbeidsmarkt en extra aandacht voor de kwaliteit van leven. Het streven naar een gelijke verdeling van de brede welvaartsgroei loopt als een rode draad door het advies.
Consultatief overleg
Consultatief overleg
consumenten in de digitale economie
De Commissie voor Consumentenaangelegenheden (CCA) heeft op 13 juni een consultatief overleg gevoerd met staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat over haar beleidsprioriteiten op het terrein van consumentenbescherming. De volgende onderwerpen stonden daarbij centraal: digitalisering van de economie, harmonisatie van garantieregels in EU-verband, en aanpak van irritante telefonische verkoop. Daarnaast heeft de CCA aandacht gevraagd voor een goede toegang tot het recht voor consumentenzaken en het belang van de commissies voor geschillenbeslechting in dit verband.
lees meer ›
DATUM: 13 juni STAATSSECRETARIS: Keijzer van Economische Zaken en Klimaat ONDERWERP: consumenten in de digitale economie
Advies grenswaarden stoffen op de werkplek
Werkgevers en werknemers hebben binnen het arbostelsel een eigen verantwoordelijkheid voor het veilig omgaan met gevaarlijke stoffen op de werkplek. Soms is het werken met gevaarlijke stoffen onvermijdelijk. Werkgevers moeten bepalen of medewerkers veilig met gevaarlijke stoffen werken. Dit kan door de blootstelling te vergelijken met de zogeheten grenswaarde van een stof. Is de blootstelling lager dan de grenswaarde, dan zijn werknemers over het algemeen voldoende beschermd. De Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplekvan de SERadviseert het ministerie van SZW over de haalbaarheid van wettelijke grenswaarden voor stoffen zonder een veilig niveau van blootstelling.
grenswaarden gevaarlijke stoffen ›
Grenswaarde MDA
MDA (4,4’-methyleendianilline) is een carcinogene stof zonder veilige drempelwaarde. De Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek adviseert de huidige grenswaarde van 9 µg/m3 TGG-8uur (Tijd Gewogen Gemiddeld over een achturige werkdag) te handhaven en af te zien van een nieuwe haalbaarheidstoets. Dit is het gebruikelijke beleid van de subcommissie wanneer de wettelijke grenswaarde op een lager niveau is vastgesteld dan het door de Gezondheidsraad geadviseerde streefrisiconiveau van 16 µg/m3 TGG-8uur.
advies grenswaarde MDA ›
UITGEBRACHT OP: 7 februari – UITGEBRACHT AAN: staatsecretaris SZW – VOORBEREID DOOR: Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek – REACTIE STAATSSECRETARIS: nog niet bekend
Grenswaarde tarwemeelstof
Tarwemeelstof komt van graansoorten die verwant zijn aan tarwe, zoals haver, gerst en rogge. Voor deze stof kan geen veilige drempelwaarde worden vastgesteld. Inademing van tarwemeelstof kan leiden tot allergische luchtwegklachten, zoals beroepsastma. De Gezondheidsraad had in 2017 zijn eerdere advies over beroepsmatige blootstelling aan tarwemeel geactualiseerd. De subcommissie concludeert echter dat de nieuwe advieswaarde van de GR geen aanleiding vormt om haar advies uit 2016 te herzien (grenswaarde van 1,2 mg/m3 TGG-8uur). De subcommissie neemt zich expliciet voor om over vier jaar, met prioriteit, een nieuw haalbaarheidsonderzoek uit te voeren om te bezien of de door de Gezondheidsraad geadviseerde waarde van 0,2 mg/m3 dan te halen is.
advies grenswaarde tarwemeelstof ›
UITGEBRACHT OP: 7 februari – UITGEBRACHT AAN: staatsecretaris SZW – VOORBEREID DOOR: Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek – REACTIE STAATSSECRETARIS: nog niet bekend
Grenswaarde schimmel alfa-amylase
Schimmel alfa-amylase is een stof waarvoor geen veilige drempelwaarde kan worden vastgesteld. Inademing van schimmel alfa-amylase kan leiden tot allergische luchtwegklachten zoals beroepsastma. Dit is vooral een risico voor werknemers in bakkerijen en meelfabrieken waar het enzym als ingrediënt aan meelproducten wordt toegevoegd. De Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek adviseert de invoering van een grenswaarde van 10 ng/m3 TGG-8uur (Tijd Gewogen Gemiddelde over een achturige werkdag) met een invoeringstermijn van vijf jaar. Voor een kleine groep bedrijven in de bakkerijgrondstofindustrie is deze invoeringstermijn echter niet haalbaar gezien de huidige niveaus van blootstelling. Voor deze categorie bedrijven wordt een invoeringstermijn van 10 jaar votorgesteld.
advies grenswaarde schimmel alfa-amylase ›
UITGEBRACHT OP: 8 oktober – UITGEBRACHT AAN: staatsecretaris SZW – VOORBEREID DOOR: Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek – REACTIE STAATSSECRETARIS: nog niet bekend