Medezeggenschap

Een ondernemingsraad oprichten
Je bent medewerker van een onderneming waar inmiddels structureel vijftig medewerkers of meer werken. De onderneming is voortdurend in beweging en de ondernemer neemt regelmatig beslissingen die invloed hebben op de koers van de onderneming. Deze beslissingen kunnen ook veranderingen met zich meebrengen voor jullie, de medewerkers. Je wilt daar eigenlijk wel graag over meepraten en betrokken zijn bij de besluitvorming. Medezeggenschap uitoefenen dus.
Dit is hét moment om een ondernemingsraad (or) op te richten. Maar hoe doe je dat? Waar moet je aan denken? Met dit stappenplan helpen we je graag op weg.
Let op
TIP: Als u wilt, kunt u al vanaf tien medewerkers een personeelsvertegenwoordiging (pvt) instellen om het overleg met uw medewerkers te stroomlijnen.
Het belang van een ondernemingsraad
We kennen in Nederland al een lange medezeggenschapstraditie. Sinds 1950 spreken we met elkaar af – via wetgeving – hoe we aan medezeggenschap vorm geven. Artikel 2 Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft aan dat elke ondernemer met een onderneming met vijftig medewerkers of meer een ondernemingsraad moet oprichten, omdat dit:
Uit onderzoek blijkt dat ondernemingen met een or veel beter presteren dan vergelijkbare ondernemingen zonder or. Een or kan fungeren als ‘de thermometer van de organisatie’ met behulp waarvan de ondernemer nog beter weet wat er in de organisatie leeft en welke goede ideeën/relevante informatie medewerkers hebben, waarvan hij of zij zelf niet automatisch op de hoogte is. Door deze informatie en de mening van de or (en dus van alle medewerkers) mee te nemen in de besluitvorming ontstaan betere besluiten en een breder draagvlak daarvoor. Dit leidt vervolgens tot meer rust in de organisatie en tot meer werkplezier.
Betrokken medewerkers binnen de onderneming, die inspraak hebben en over bepaalde onderwerpen mogen meebeslissen, bieden de ondernemer (opbouwende) tegenspraak. Dat is nuttig want het houdt hem scherp, maar vraagt van zijn kant wel durf.
In kleine organisaties is het makkelijk om even te overleggen en sparren met elkaar. Groeit de organisatie en komt deze boven een kritische grens, dan wordt dat lastiger. Een natuurlijke grens wordt over het algemeen gevoeld bij dertig medewerkers. De WOR legt die grens bij vijftig medewerkers. Vanaf die grens vindt de wetgever het belangrijk dat het overleg met de ondernemer gestructureerd via een or plaatsvindt.
Je wilt graag gehoord worden; je bent betrokken bij het werk en de organisatie. Maar net zo goed dat het voor de ondernemer onwerkbaar wordt om met iedereen te spreken, wordt het voor jou misschien lastiger om zo maar naar de ondernemer toe te stappen en te vertellen wat je vindt of om informatie met hem te delen. De afstand wordt vaak te groot. Door je te laten vertegenwoordigen door collega’s waarin je vertrouwen hebt, weet je dat jouw mening en informatie bij de ondernemer terecht komt en dat ook jouw belang wordt behartigd.
In met name de WOR is vastgelegd hoe een or jouw belangen goed kan behartigen. Zo mag hij over alles wat met de onderneming te maken heeft meedenken en -praten. Daarnaast heeft hij in bepaalde gevallen het recht om advies te geven en soms moet hij zelfs om instemming worden gevraagd. Je kunt hierbij enerzijds denken aan zaken die te maken hebben met de bedrijfsvoering en anderzijds met regelingen op het gebied van personeelsbeleid.
Twee voorbeelden
De ondernemer moet het advies van de or serieus bekijken en hij kan het niet zomaar terzijde leggen. Als hij het er niet mee eens is en hij een afwijkend besluit neemt moet hij dat goed beargumenteren en mag hij dat besluit pas een maand later uitvoeren.
Bij een instemmingsplichtig onderwerp geldt dat als de or niet instemt met het voorgenomen besluit de ondernemer toestemming moet hebben van de kantonrechter om het besluit toch te mogen nemen.
Een or moet tijdig ingelicht worden over voorgenomen besluiten, zodat hij ook werkelijk invloed kan uitoefenen. Als de or vroeg wordt ingelicht, kan de procedure vaak soepeler verlopen, scheelt dat in tijd en kan het besluit sneller worden uitgevoerd. Dat kan in het belang van de organisatie zijn, maar ook van jou en je collega’s.